Wat is de betekenis van langst?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

langst

langst - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van lang

2024-04-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Längst

allang, reeds lang, sedert lang.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Langst

bn., overtreffende trap van lang; op zijn langst, bw. uitdr., hoogstens, uiterlijk: het kan op zijn langst een maand duren.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

langst

overtreffende trap van →: lang.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

langst

bn., ov. tr. van lang; op zijn bijw. uitdr., hoogstens, uiterlijk: het kan op zijn een maand duren.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Langst

Langst bn. (overtreffende trap van lang); op zijn langst, bw. uitdr.: uiterlijk het kan op zijn langst eene maand duren.

2024-04-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Langst

Langst, bn. (overtreffende trap van langer), en bijw. op zijn -, uiterlijk. *-LEVEND, bn. -E, m. en v. (-n).