Wat is de betekenis van Lange?

2023-09-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

lange

1) (1960+) (muz.) langspeelplaat. Term wellicht gelanceerd door Hitweek. • De nieuwe lange van stadsgenoten New Order zit er ook aan te komen. (Oor, 03/12/1988) 2) 1950) (Vlaanderen, scheldw.) lang persoon. • Lange. Bijnaam van iemand die lang van gestalte is; scherts, vraagt men aan zulke personen: —e, wienze kleine...

2023-09-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lange

lange - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van lang Uitdrukkingen en gezegden Lange tenen hebben erg gauw boos zijn, zich om het minste of geringst aangevallen of beledigd voelen, of een onderwerp maar niet kunnen loslaten en er steeds op t...

Direct toegang tot alle 14 resultaten over Lange?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-23
Jargon & Slang van muzikanten

Marc De Coster (2017)

Lange

Lange - elpee, langspeelplaat. Gezegd door journalisten, nu vero. . . .de langverwachte derde lange van Queen Sunny SADE. - Oor 9.4.1988 ​

2023-09-23
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

lange

(ww) aanreiken BM, EK.

2023-09-23
Groot Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Lange

lang persoon. Syn.: lantarenpaal;panlat; spriet. Nee, dat weet ’k wel! Die lange met z’n kalfsoogen wel, hè? (Frans Netscher, Studie’s naar het naakt model, 1886) ‘Hé, Lange!’ riepen ze omhoog, ‘spreek jij Maleis? Of ken je het niet eens?’ (Johan Fabricius, De scheepsjongens van Bontekoe, 192...

2023-09-23
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

lange

zie vallen.

2023-09-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Lange

luier; windsel; les langes, de luiers.

2023-09-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Lange

Daniël de (1841-1918), Ned. componist (De val van Kuilenberg, liederen, koren enz.), was lang dir. A'dams Conservatorium. Friedrich A. (1828-1875), hoogleraar in de wijsbegeerte te Zürich resp. Marburg. Gaf aan het Neo-Kantianisme zijn zedelijk-religieuze inslag. Geschichte des Materialismus und Kritik seiner Bedeutung in der Gegenwa...

2023-09-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Lange

1) S. de (1840/19 1 1). Ned. musicus; 2) D. de (1841 /1918). Ned. musicus, opricht. v/h A’damsche Conservator

2023-09-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Lange

1° Daniël de, componist, dirigent, organist; broeder van 4°. * 11 Juli 1841 te Rotterdam, † 31 Jan. 1918 te Point Loma (Californië). Na 1870 te Amsterdam als muziekleeraar en koordirigent. In 1884 stichtte hij daar met Frans Coenen, Joseph Cramer en Julius Röntgen het Conservatorium, waarvan hij later directeur werd. B...

2023-09-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Lange

('langə) 1. (Friedrich) Duits wijsgeer, ° 1828, ✝ 1875; neo-Kantiaan. 2. (Christian) Noorweegs pacifist, ° 1869; schreef o. a. L’ internationalisme. Nobelprijs 1921.

2023-09-23
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Lange

De naam de Lange heeft in de Nederlandse muzikale wereld een goeden klank. Daniël de Lange (1841—1918) was een der voormannen in de muzikale kringen van de hoofdstad. Voor de ontwikkeling der moderne Nederlandse muziek heeft hij als dirigent en criticus vee! gedaan. Na zijn benoeming tot directeur van het Amsterdamse Conservatorium heeft...

2023-09-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Lange

Lange - (Friedrich Albert), Duitsch wijsgeer 1828—75, hoogl. te Marburg; is vooral bekend door zijn schitterend geschreven, diep gedachte en van groote kennis en belezenheid getuigende Geschichte des Materialismus (8e dr., door H. Cohen, 1908, ook in de Univ. Bibl. verschenen), waarin hij teruggaat op Kant en diens kritisch idealisme in hoofdzaak a...

2023-09-23
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Lange

Onder dezen naam vermelden wij : Joachim Lange, hoogleeraar in de godgeleerdheid te Halle. Hij werd geboren den 26sten October 1670 te Gardelegen in de Altmark, studeerde te Leipzig, Erfurt en Halle en zag zich in 1870 benoemd tot rector te Köslin, in 1671 als zoodanig aan een gymnasium te Berlijn, en in 1709 tot professor in de theologie te Halle,...