Wat is de betekenis van Landmeter?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

landmeter

landmeter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand wiens beroep het is land op te meten (bijv. een ambtenaar van het kadaster, die de omvang van grondkavels vaststelt) Woordherkomst Naamwoord van handeling van landmeten met het achtervoegsel -er

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Landmeter

of geodeet, een „opmetingsingenieur” die voor officiële instellingen en voor bedrijven (b.v. mijn- of spoorwegmaatschappijen) opmetingen verricht.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

landmeter

iem. wie se beroep dit is om land op te meet.

2024-04-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

LANDMETER

Van overheidswege toegelaten vrije ambtenaar. Men kon te Franeker ook voor L. studeren. Zo heeft B. Fullenius velen ‘geometriae candidatus’ gemaakt. Een commissaris van het Hof examineerde mee. De admissies van alle 190 L.s 16161810 zijn bewaard. Er kwamen er te veel. Zo zien wij hen optreden als notaris, procureur, hardhouwer, platte...

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Landmeter

heet degene, die het landmeten als een vak beoefent. Reeds in Egypte speelde deze persoon een belangrijke rol bij het opnieuw uitzetten van de grenzen, die door overstroming van de Nijl verloren waren gegaan. De Romeinse landmeter, AGRIMENSOR, zette de plannen der nederzettingen uit en vergezelde de legers op hun veldtochten. In Ned. waren het l.,...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Landmeter

s., lânmjitter.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Landmeter

m. (-s), 1. iem. wiens beroep het is land op te meten; 2. (nat. hist.) ben. voor zekere soort van spanrupsen (Geometridae).

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

landmeter

m. landmeters (ambtenaar v. h. kadaster, belast met de opmeting der gebouwde en ongebouwde eigendommen; ook: spanrups): particulier landmeter.