Wat is de betekenis van landhuis?

representatief huis op het land. zeer groot, alleenstaand huis dat is gebouwd in een natuurlijke omgeving zoals een park, bos of domein op het platteland en door zijn stijl en luxe de welstand van de eigenaar toont. Voorbeelden: Het landhuis beheerst van op een lage heuvel het domein. Josse De Pauw, Werk, 2000 Het landhuis in...

landhuis - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een groot huis op het platteland ♢ Diverse tentoonstellingen en activiteiten werden van het Centraal Museum in het landhuis georganiseerd. Woordherkomst samenstelling van land en huis Synoniemen buiten buitenhuis buitenverblijf...

landhuis - zelfstandig naamwoord uitspraak: land-huis 1. groot huis op het platteland ♢ we kwamen bij een statig landhuis Zelfstandig naamwoord: land-huis het landhuis de landhuizen...

Een landhuis is een royaal opgezet woonhuis in de regel vrijstaand of twee onder een kap gebouwd. Vertoont qua bouwstijl invloeden van stromingen als de Amsterdamse School en de Delftse School.

(Joubert 2005) plantagewoning (van de oorspronkelijke blanke eigenaars), met in het Antilliaans-Nederlands een van het Europees-Nederlands afwijkende betekenis.

s.n., hearehûs (it), -spul (it) slot (it).

...

o. (...huizen), buitenplaats, villa.

o. landhuizen (buitenplaats, villa).