landgoed
landgoed - Zelfstandignaamwoord 1. een groot landhuis met een uitgestrekt gebied dat als één geheel beheerd wordt, meestal door de landgoedeigenaar Woordherkomst samenstelling van land en goed
Wiktionary (2019)
landgoed - Zelfstandignaamwoord 1. een groot landhuis met een uitgestrekt gebied dat als één geheel beheerd wordt, meestal door de landgoedeigenaar Woordherkomst samenstelling van land en goed
Kadaster (2017)
Een landgoed is een in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke...
Muiswerk Educatief (2017)
landgoed - zelfstandig naamwoord uitspraak: land-goed 1. groot buitenhuis met veel grond eromheen ♢ de koningin heeft een landgoed in Italië Zelfstandig naamwoord: land-goed het landgoed ...
Oosthoek (1984)
onroerend goed waarin verschillende landgebruiksvormen bij elkaar voorkomen en onder een centrale leiding beheerd worden. Op vele landgoederen bevindt zich een (historisch) landhuis of kasteel, soms met enkele bijgebouwen. Daarbij liggen vaak mooi aangelegde tuinen, een parkbos, vijvers enz. Ook komen op de meeste landgoederen boerderijen en andere...
Veerman (1954)
Deze naam geeft men aan een grote agrarische eenheid, welke in de regel naast landbouwgronden in engere zin, ook bossen omvat. Meestal bevindt zich op het l. een landhuis en dient het l. meer als buitenverblijf en voor de jacht, dan ter beoefening van de landbouw.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: