landbouwer
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die de landbouw beoefent. iemand die de landbouw beoefent als beroep; boer. Voorbeelden: De maatregelen die aan deze doelstellingen beantwoorden zijn in twee categorieën ingedeeld: begeleidende maatregelen van de hervorming van het GLB 1992: vervroegde uittreding, agro-milieumaatregelen, bebossing en regeling voor problee...
Wiktionary (2019)
landbouwer - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) (landbouw) iemand die met landbouw of/en veeteelt zijn geld verdient (mannelijke vorm) Woordherkomst afgeleid van landbouw met het achtervoegsel -er Verwante begrippen kweker, landbouwster (vrouwelijke vorm)
Muiswerk Educatief (2017)
landbouwer - zelfstandig naamwoord uitspraak: land-bou-wer 1. iemand die als beroep de akkers bebouwt met gewassen ♢ een boer met een landbouwbedrijf noemen we landbouwer Zelfstandig naamwoord: land-bou-wer de landbo...
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), niet blanke boer. De landbouwers uit de buurt, die vroeg in de morgen hun produkten kwamen brengen, deden graag zaken met haar (Bradley 1975: 32). Zijn vader was een allesbehalve welgesteld landbouwer. Jaren geleden had hij dagelijks melk geleverd bij mevrouw Koois moeder aan huis (Vianen 1972: 50). - Etym.: In AN is, vooral in de spreekt...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: