Wat is de betekenis van Lampion?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lampion

(1974) (meestal verkleinvorm) (inf.) borrel. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974) • Hij vét saoves alt 'n lamplunneke. Hij neemt 's avonds altijd een 'lampionnetje'. Hij drinkt dan een borreltje. (Cor & Jos Swanenberg: Bij wijze van spreuken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard. 2008)

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lampion

lampion - Zelfstandignaamwoord 1. een fel gekleurde lamp die als versiering dient en om een feeststemming te brengen Lampions tijdens een Koreaans festival

2024-04-24
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Lampion

Lampion is in de eerste helft van deze eeuw in Gent gehoord voor 'borrel'. Volgens een Gents dialect woordenboek werd het weinig gebruikt. Toch is het in 1984 nog in een verzameling Vlaamse volkstaal opgenomen. De borrel naam is uit de Franse dieventaal geleend, waar lampion in 1928 is gevonden voor 'glaasje eau-de- vie'. In Noord-Brabant wordt een...

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Lampion

feestverlichting

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lampion

silinder- of bolvormige omhulsel van gekleurde papier met ‘n kers of lig binne-in.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Lampion

lampje, lichtje; papieren lantaren.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lampion

s., lampio(e)n.

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Lampion

vetpotje, illumineerglas.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

lampion

illumineerglaasje, vetpotje.