Wat is de betekenis van lamlendig?

2024-03-29
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

lamlendig

"lamlendig" omschrijft een gevoel van zwakte, vermoeidheid, gebrek aan energie of algehele malaise. Het verwijst naar een toestand waarin iemand zich fysiek of mentaal niet goed voelt, lusteloos is of een gebrek aan motivatie heeft. Het kan ook gebruikt worden om iemands gedrag te beschrijven als traag, sloom of ongeïnteresseerd.

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lamlendig

lamlendig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lui, passief, futloos en zonder inspiratie 2. beroerd, bedrukkend Het werd een lamlendige zondagnamiddag. Woordherkomst Samenstellende afleiding van lam en lende met het achtervoegsel -ig : niet in staat zijn lendenen te gebruiken, impotent

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lamlendig

lamlendig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: lam-len-dig 1. lusteloos en futloos ♢ je wordt van die warmte erg lamlendig Bijvoeglijk naamwoord: lam-len-dig ... is lamlendiger dan ... het...

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Lamlendig

Van het woord lende bestaan twee meervoudsvormen: lenden en lendenen. Dit komt omdat men het woord dikwijls in het meervoud gebruikt, in lenden geen meervoud herkende en er een nieuw meervoud van vormde. De lenden worden gevormd door het onderste deel van de rug met de daaraan grenzende delen van de rechter- en de linkerzijde van het lichaam. Wie l...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lamlendig

swak, slap in die lede; lui; ellendig, beroerd.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lamlendig

bn. bw. (-er, -st), 1. zwak, slap in de lenden; 2. (fig.) lui: hij is te lamlendig om voor zijn brood te werken; 3. ellendig, beroerd: t is vandaag lamlendig weer.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lamlendig

bn., bw. (eig. lamme lendenen hebbende; inz. fig. akelig, naar, beroerd; ook:traag): een lamlendige vent.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lamlendig

(lam'lendәch) bn. en bw. (-er, -st) 1. lam, slap in de lenden. 2. lui, traag, vadsig, ellendig, beroerd: een -e vent.