Wat is de betekenis van Lade?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lade

(1991) (Wageningen, stud.) huis waar knorren* wonen. • Lade (Wag.) knorrig (corps)huis. (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991) • Lade. Een studentenhuis waar knorren wonen (http://studenten-woordenboek.nl, ongedateerd)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lade

lade - Zelfstandignaamwoord 1. een platte uitschuifbare bak in een meubelstuk, bedoeld als bergplaats van losse voorwerpen Het legde het afgedroogde bestek in de ene lade en de onderzetters in de andere. Woordherkomst Verwant met het Oudsaksische hladha en Oudnoordse hladhi. Sy...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lade

lade - zelfstandig naamwoord uitspraak: la-de 1. bak in een bureau of kast die je open en dicht kunt schuiven ♢ je rode sokken zitten in de bovenste lade Zelfstandig naamwoord: la-de de lade ...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lade

s., laed (it).

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

lade

laden, beladen.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Lade

lade; eikenhouten kist.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lade

eilandje tegenover Mile'te, waar in 494 de vloot der Io'niërs, in 500 onder Arista'goras tegen de Perzen opgestaan, vernietigd werd.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lade

('la:də) v. (-n; laatje) [laden] 1. Algm. schuifbak in een → tafel of kast: geld-, schuif-, tafel-, toonbanklade; een uittrekken, inschuiven; een geheime -; aan ’t laatje zitten, over ’t geld beschikken; een lichten, het geld eruit stelen. 2. Inz. asbak in een kachel.