labe
(1906) (Barg.) een hele hoop. • Labe, heele hoop; een boel. Daar zal wel een labe van in de flik (krant) steunen. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Labe: veel. Zijn niese had labe van hem te kotsen (vertellen). Ze weten labe van je, hou je maar wat gedekt. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • Weet je, hoe de jongens v...