Wat is de betekenis van Labberlottig?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

labberlottig

(19e eeuw) (inf.) ellendig, slecht, beroerd. Ook: slordig. • labberlöttig, voor: ellendig, naar, wat weinig waarde heeft; ”n labberlottîge koat = eene slechte kaart. Oostfr. labbelot = luie bedelaar; MHD loter = nietig. (Weil. vDale: labberlot = straatschender, lichtmis, zwierbol.) (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volks...

2024-03-28
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Labberlottig

(gezegd van het weer) het waait een beetje.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Labberlottig

bn. bw., flauw, lamlendig, beroerd; — (Zuidn.) slordig.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

labberlottig

bn. en bw. (slordig; lamlendig, flauw).

Gerelateerde zoekopdrachten