Wat is de betekenis van Laban?

2024-12-07
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

laban

-> leban, soort van boom.

2024-12-07
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Laban

Hebreeuws 'de witte'. Naam van de vader van Lea en Rachel, schoonvader van Jacob (Genesis 28-31). In St.-Maartensdijk heeft volgens mededeling de naam mogelijk een andere herkomst. De eerste drager van deze naam werd daar gedoopt in 1707 als zoon van Dennis Laban, afkomstig uit Schotland en oorspronkelijk Loban geheten. In 1621 huwde Willem Loban v...

2024-12-07
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Laban

Laban, oom en schoonvader van aartsvader Jakob, bezitter van veel vee. Vee van Laban, tuig van Laban, gespuis, tuig. Laban was de broer van aartsvader Jakobs moeder Rebekka. Toch was hij niet makkelijk voor zijn neef en aanstaande schoonzoon. Uit de verhalen in het bijbelboek Genesis blijkt hij een inhalige man en een bedrieger te zijn. Zijn naam...

2024-12-07
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Laban

m Hebr. ‘de witte’. Naam van de vader van Lea en Rachel, schoonvader van Jacob (Gen. 28-31). De naam komt voor in Ze., bijv. in St.-Maartensdijk en bij refugié-families in het land van Cadzand en op Walcheren. In St.-Maartensdijk heeft volgens mededeling de naam mogelijk een andere herkomst. De eerste drager van deze naam werd da...

2024-12-07
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Laban

is de Jav. naam voor Vitex pubescens VAHL, een vrij hoge, matig zware, meest vrij kromme boom uit de laagland-moessonbossen van Indonesië.

2024-12-07
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Laban

oom van Jakob, wonend in Paddan-Aram. Bij hem dient Jakob als hij gevlucht is voor Ezau en hij huwt zijn dochters Lea en Rachel (Gen. 24 : 29).

2024-12-07
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Laban

(Hebr.), „wit”, zoon van Bethuël, broeder van Rebekka, schoonvader van Jalcob (Gen. 29_31).

2024-12-07
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LABAN

(Hebreeuws: wit, ook van de Maan) is in het aartsvaderlijk verhaal Genesis 24 : 29 w. en Gen. 29-31 de broer van Rebekka en daarna, als de vader van Rachel en Lea, de schoonvader van Jakob. Zijn land is Paddan-Aram, zijn woonplaats de handelsstad Harran; ook zijn taal is blijkens Gen. 31 : 47 Aramees. Zijn karakter, zoals dit in de vermelde hoofdst...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-07
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Laban

m. (Bijbel: schoonvader van den aartsvader Jacob): zegsw. een kind Labans, blank van huid; vee van Laban, inhalig, listig volkje.