Wat is de betekenis van laad?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

laad

laad - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laden ♢ Ik laad 2. gebiedende wijs van laden laad! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laden laad je?

2024-04-25
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Laad

In oliemolens, het voorslagsblok; ook: voorslagslade; in de laad werd de met gemalen zaad gevulde en door de haar omgeven buul geplaatst.

2024-04-25
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Laad

leed; Nieuwhoogduits Leid.