Wat is de betekenis van kwijten?

kwijten - Werkwoord 1. (refl) zich ~: een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen ♢ Hij heeft zich aardig van zijn taak gekweten. Woordherkomst afgeleid van kwijt met het achtervoegsel -en

kwijten - onregelmatig werkwoord uitspraak: kwij-ten 1. geld geven in ruil voor iets anders ♢ hij heeft zijn schuld gekweten 2. een belofte inlossen of aan een verplichting voldoen ♢ Tilde heeft...

v., foldwaen; zich goed van dn taak —, jins plak goed skjinmeitsje.

kweet, h. gekweten (voldoen): een schuld kwijten; refl. zich v. e. plicht kwijten, vervullen.

('kwijtən) (kweet, kweten; heeft gekweten) 1. voldoen: een schuld -. 2. zich -, zijn plicht doen, vervullen, nakomen: hij heelt zich dapper gekweten; zich van een plicht, een taak, een last -. Syn. →→betrachten.

(kweet, heeft gekweten), 1. (van plichten, beloften) ze vervullen, voldoen, betalen: een schuld -; 2. zich -, zijn plicht doen, dat wat verlangd of verwacht wordt, verrichten op de genoemde wijze: hij heeft zich dapper gekweten; 3. zich van iets -, zich vrijmaken van het als een last of plicht gestelde en vandaar volbrengen.

Kwijten - betalen afdoen.