Wat is de betekenis van kwakkelen?

2025-04-23
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kwakkelen

(kwakkelde, heeft gekwakkeld) (vero. ?) kwakkels vangen, op de kwakkeljacht gaan.

2025-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kwakkelen

(16e eeuw) (quackelen) (inf.) geslachtsgemeenschap hebben, copuleren. Eigenlijk: op kwarteljacht gaan. Maar ook: schudden, trillen. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)

2025-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kwakkelen

kwakkelen - Werkwoord 1. (inerg) niet vriezen en niet dooien, onbestendig zijn Het weer kwakkelt al een tijdje, dan weer vriest het wat en dan dooit het weer. 2. (inerg) sukkelen, ongemak ondervinden qua gezondheid Hij kwakkelt al een tijdje; ernstig ziek...

2025-04-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kwakkelen

Met onzekere stap lopen, waggelen. Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: sukkelen, ziekelijk zijn; en van het weer: afwisselend vriezen en dooien. Afl./Sam.: kwakkelaar, iem. die waggelend loopt; babbelaar; kwakkelig, slecht ter been, moeizaam (lopend); - aankwakkelen, waggelend in de richting van iem. of iets lopen, aanwaggelen (L...

2025-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kwakkelen

v., kwakkelje, sukkelje; de winter kwakkelt, de winter malket, it winteret om.

2025-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kwakkelen

kwakkelde, h. gekwakkeld (sukkelen; Z.-N. waggelen; niet doorvriezen): veel kwakkelen met de kinderen.

2025-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kwakkelen

('kwakkələn) (kwakkelde, heeft gekwakkeld) [Frekw. kwakken] 1. beven, trillen: zij doet hem ’t hart -. 2. sukkelen: haar gezondheid is aan ’t geraakt. 3. ongestadig zijn, niet doorregenen, niet doorvriezen: ‘t is weer aan ’t -. 4. lang bij de patiënten blijven praten: een -de dokter.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kwakkelen

(kwakkelde, heeft gekwakkeld), 1. sukkelen, telkens (licht) ziek zijn; 2. (van het weer) onbestendig zijn, telkens regenen; niet doorvriezen (in de winter).