Wat is de betekenis van kwaken?

kwaken - Werkwoord 1. (inerg) (dierengeluid) het geluid van een eend of kikker maken ♢ Zitten kwaken zonder kennis van zaken.

kwaken - regelmatig werkwoord uitspraak: kwa-ken 1. het geluid van kikkers en sommige vogels ♢ de eenden kwaken in de sloot Regelmatig werkwoord: kwa-ken ik kwaak jij/u kwaakt ...

Het kwaken van kikkers (zie ‘Kikker’) kondigt volgens de opvatting van droomuitleggers in de antieke oudheid een goed bericht aan.

v., kweakje, kwêkje.

...

(kwaakte, heeft gekwaakt), 1. het geluid „kwak” laten horen, naam voor het natuurlijk geluid, van eenden en kikvorsen; — ook voor het „roepen” of „fluiten” der bijen; 2. eentonig of luidruchtig praten, kakelen (gewoner is thans kwekken).

kwaakte, h. gekwaakt (het geluid laten horen van de kikvorsen, eenden enz.; fig. luidruchtig babbelen).

(kwa:kən) (kwaakte, heeft gekwaakt) [klnb.] 1. schreeuwen van kikvorsen en eenden. 2. luidruchtig babbelen: wij lachen met al je -.

(kwaakte, heeft gekwaakt), 1. het geluid ‘kwak’ laten horen, het natuurlijk geluid van eenden en kikvorsen; ook voor het ‘roepen’ of ‘fluiten’ van de bijen; 2. eentonig of luidruchtig praten, kakelen, kwekken.