Wat is de betekenis van kwaal?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kwaal

kwaal - Zelfstandignaamwoord 1. Ziekte, Ziekte is een schadelijke lichamelijke of psychische afwijking van een organisme. Het wordt al eeuwenlang aangeprezen omdat het tegen alle kwalen zou helpen. Verwante begrippen aandoening, ziekte

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kwaal

kwaal - zelfstandig naamwoord 1. probleem met je gezondheid ♢ mijn moeder heeft een nierkwaal Algemene uitdrukkingen: 1. het middel is soms erger dan de kwaal [de gekozen oplossing doet soms meer kwaad d...

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kwaal

kwaal - Abnormale werking van één of meer systemen, delen of organen van een organisme.

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Kwaal

In de middeleeuwen zei men: vrecheit is ene sware quale, gierigheid is een groot kwaad. Het woord quale, ons kwaal, had toen dus een bredere betekenis dan thans. Men verstond er onder vrijwel iedere treurige toestand, dus zowel minnepijn als lichaamspijn en zedelijk gebrek. Het werkwoord luidde quelen, niet wat de vogels doen, maar in de betekenis:...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kwaal

boosaardig; ongetem; sterk (drank); baie erg.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kwaal

s., kwael, e(u)vel (it), skeel (it), krupsje; inwendige —, binne(n)kwael.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kwaal

v. (kwalen), 1. langdurige, blijvende of telkens terugkerende ziekte: een ongeneeslijke kwaal; een verouderde kwaal; bijna ieder mens heeft wél een kwaal of kwaaltje; vgl. borst-, hartkwaal; — (zegsw.) het middel is erger dan de kwaal, meest fig. gebruikt; ook van ziekelijke gesteldheden of onvolkomenheden van het...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kwaal

v. kwalen, kwaaltje (1 slepende ziekte; 2 bederf; ramp; 3 pijniging; kwelling): 1. een kwaal hebben; mijn oude kwaal; Jezus genas er velen van ziekten en kwalen, Luc. 7 : 21.; 2. de kwaal van onze tijd; 3. helse kwalen lijden.