Wat is de betekenis van Kunstvaardig?

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kunstvaardig

adj., kunstich.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kunstvaardig

bn. bw. (-er, -st), bedreven in een (werktuiglijke) kunst, daarvan blijk gevend of op zulk een wijze.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kunstvaardig

bn.,bw.; bekwaam,vaardig uit aanleg, of bedreven in het technisch gedeelte ener kunst.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kunstvaardig

(kunst'fa:rdəch) bn. en bw. (-er, -st) bedreven in de techniek van een of meer (werktuiglijke) kunsten.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kunstvaardig

KUNSTVAARDIG, bn. bw. (-er, -st), bedreven in eene (werktuiglijke) kunst; ...VAARDIGHEID, v. een hooge graad van verkregen bekwaamheid in de beoefening eenei kunst, gesteund door aangeboren talent; ...VEILING, v. (-en); ...VERKOOPING, v. (-en); ...VERZAMELING, v. (-en), verzameling van kunstwerken; ...VLIJT, v. kunstnijverheid; ...VOORTBRENGS...