Wat is de betekenis van kunstnijverheid?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kunstnijverheid

kunstnijverheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: kunst-nij-ver-heid 1. de kunst om mooie dingen te maken ♢ houtsnijwerk en pottenbakken vallen onder de kunstnijverheid Zelfstandig naamwoord: kunst-nij-ver-heid de k...

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

kunstnijverheid

Kunstnijverheid (ook ambachtelijke vormgeving) is gebruiksvoorwerpen die op een kunstzinnige of artistieke manier zijn gemaakt; meestal in kleine oplagen en op ambachtelijke wijze.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Kunstnijverheid

v., ambachtelijke activiteit met als doel de vervaardiging van esthetisch verantwoorde, zinvolle gebruiksvoorwerpen. (e) Nederland. In de jaren zeventig en tachtig ontstond er een grote belangstelling voor de vormgeving van alledaagse voorwerpen. Meubelen, kleding, serviesgoed en boeken hebben behalve hun waarde als gebruiksvoorwerpen ook ee...

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kunstnijverheid

In de werkplaats waar voorwerpen van kunstnijverheid worden gemaakt, wordt een kunstzinnig ontwerp door vaklieden uitgevoerd. Tot de kunstnijverheid rekent men: goud- en zilversmeedkunst, emailleerkunst, pottenbakkerij, glasblazerij, weefkunst, boekbinden en houtsnijkunst. Bij het „kunsthandwerk” daarentegen voert de kunstenaar zijn eig...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Kunstnijverheid

v., ambachtelijke activiteit met als doel de vervaardiging van esthetisch verantwoorde, zinvolle gebruiksvoorwerpen. © Nederland In de jaren zeventig en tachtig ontstond er een grote belangstelling voor de vormgeving van alledaagse voorwerpen. Meubelen, kleding, serviesgoed en boeken hebben behalve hun waarde als gebruiksvoorwerpen ook een ku...

2024-04-25
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Kunstnijverheid

term ontstaan omstreeks 1875, in navolging van het Du. Kunstgewerbe. De kunstnijverheidsbeweging ontstond in Engeland (Arts and Crafts Movement), als een initiatief vooral onder intellectuelen en kunstenaars om het kunstambacht te doen herleven. Dit initiatief was een reactie na de povere indruk die de Britse inzending had gemaakt in vergelijking m...

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KUNSTNIJVERHEID

In Frl. zwak vertegenwoordigde bedrijfsklasse (0,9 pct. van Nederland). In 1950 acht vestigingen met 15 personen. Vooral koper, ijzer en hout worden bewerkt, vaak als nevenbedrijf. In 1957 in Frl. ca. 15 personen, van wie ca. 7 de K. als hoofdbedrijf uitoefenden, zie Ambachtskunst.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kunstnijverheid

v., nijverheid waarmee kunst gepaard gaat, die zich het vervaardigen van fraaie gebruiksvoorwerpen ten doel stelt;. (meton.) aldus vervaardigde voorwerpen.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kunstnijverheid

de bedrijvigheid van de kunstzinnige schepper van gebruiks- of siervoorwerpen van kleine afmeting en in diverse materialen.