kunstnijverheid
kunstnijverheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: kunst-nij-ver-heid 1. de kunst om mooie dingen te maken ♢ houtsnijwerk en pottenbakken vallen onder de kunstnijverheid Zelfstandig naamwoord: kunst-nij-ver-heid de k...
Muiswerk Educatief (2017)
kunstnijverheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: kunst-nij-ver-heid 1. de kunst om mooie dingen te maken ♢ houtsnijwerk en pottenbakken vallen onder de kunstnijverheid Zelfstandig naamwoord: kunst-nij-ver-heid de k...
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Kunstnijverheid (ook ambachtelijke vormgeving) is gebruiksvoorwerpen die op een kunstzinnige of artistieke manier zijn gemaakt; meestal in kleine oplagen en op ambachtelijke wijze.
Oosthoek (1985)
v., ambachtelijke activiteit met als doel de vervaardiging van esthetisch verantwoorde, zinvolle gebruiksvoorwerpen. (e) Nederland. In de jaren zeventig en tachtig ontstond er een grote belangstelling voor de vormgeving van alledaagse voorwerpen. Meubelen, kleding, serviesgoed en boeken hebben behalve hun waarde als gebruiksvoorwerpen ook ee...
drs. L.A. Beeloo (1981)
In de werkplaats waar voorwerpen van kunstnijverheid worden gemaakt, wordt een kunstzinnig ontwerp door vaklieden uitgevoerd. Tot de kunstnijverheid rekent men: goud- en zilversmeedkunst, emailleerkunst, pottenbakkerij, glasblazerij, weefkunst, boekbinden en houtsnijkunst. Bij het „kunsthandwerk” daarentegen voert de kunstenaar zijn eig...
Oosthoek (1972)
v., ambachtelijke activiteit met als doel de vervaardiging van esthetisch verantwoorde, zinvolle gebruiksvoorwerpen. © Nederland In de jaren zeventig en tachtig ontstond er een grote belangstelling voor de vormgeving van alledaagse voorwerpen. Meubelen, kleding, serviesgoed en boeken hebben behalve hun waarde als gebruiksvoorwerpen ook een ku...
Jan Durdik en anderen (1970)
term ontstaan omstreeks 1875, in navolging van het Du. Kunstgewerbe. De kunstnijverheidsbeweging ontstond in Engeland (Arts and Crafts Movement), als een initiatief vooral onder intellectuelen en kunstenaars om het kunstambacht te doen herleven. Dit initiatief was een reactie na de povere indruk die de Britse inzending had gemaakt in vergelijking m...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
In Frl. zwak vertegenwoordigde bedrijfsklasse (0,9 pct. van Nederland). In 1950 acht vestigingen met 15 personen. Vooral koper, ijzer en hout worden bewerkt, vaak als nevenbedrijf. In 1957 in Frl. ca. 15 personen, van wie ca. 7 de K. als hoofdbedrijf uitoefenden, zie Ambachtskunst.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., nijverheid waarmee kunst gepaard gaat, die zich het vervaardigen van fraaie gebruiksvoorwerpen ten doel stelt;. (meton.) aldus vervaardigde voorwerpen.
Winkler Prins (1949)
de bedrijvigheid van de kunstzinnige schepper van gebruiks- of siervoorwerpen van kleine afmeting en in diverse materialen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: