Wat is de betekenis van Kuimen?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kuimen

(kuimde, heeft gekuimd), (gew.) 1. zwak zijn, zich zwak gevoelen; 2. klagen, zuchten, kermen ; 3. (Zuidn.) kuchen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kuimen

kuimde, heeft gekuimd; (Z.-N. gew.) kuchen, kreunen, kermen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kuimen

('kuimən) (kuimde, heeft gekuimd) 1. klagen, kermen. 2. kuchen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kuimen

KUIMEN, (kuimde, heeft gekuimd), (gew.) zwak zijn, zich zwak gevoelen; klagen, zuchten, kermen.

Gerelateerde zoekopdrachten