kudde
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. troep bijeenbehorende, inz. samen gehoed wordende (huis)dieren: een kudde schapen, runderen, zwijnen ; de herder met zijn kudde ; 2. een aantal mensen die onder dezelfde leiding of hoede staan; bepaaldelijk de onder Gods hoede staande gelovigen, zijn Kerk : de Here zal zijn kudde weiden gelijk een herder (Jes. 40 :...
Wiktionary (2019)
kudde - Zelfstandignaamwoord 1. een groep samenlevende (zoog)dieren ♢ Runderen leven in een kudde.
Muiswerk Educatief (2017)
kudde - zelfstandig naamwoord uitspraak: kud-de 1. grote groep samenlevende zoogdieren ♢ er liep een kudde schapen op de dijk Zelfstandig naamwoord: kud-de de kudde de kuddes
Fink (1998)
Men drijft de kudde voor zich uit. Dit zou kunnen betekenen, dat men in de waaktoestand de verantwoording alsmaar uitstelt. Hier kan ook het kudde-instinct bedoeld zijn dat de eigen onzelfstandigheid symboliseert. (Zie ook ‘Dier’).
Mark Nelissen (1996)
kudde - Grote groep dieren, doorgaans wordt de term gebruikt voor hoefdieren, te vergelijken met een vlucht bij vogels.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: