Wat is de betekenis van Kruipen?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kruipen

kruipen - Werkwoord 1. ergatief zich laag bij de grond, meest op handen en knieën gericht voortbewegen Zij is door het gras gekropen om niet gezien te worden. 2. (inerg) zich laag bij de grond, meest op handen en knieën ongericht voortbewegen Jantje he...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kruipen

kruipen - onregelmatig werkwoord uitspraak: krui-pen 1. je als mens op handen en voeten verplaatsen ♢ het kind kruipt naar de bank 1. bij elkaar kruipen [gezellig bij elkaar gaan zitten]...

2024-04-20
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

kruipen

In Vlaanderen komen voor kruip de boom in! en kruip de boom in en vreet bananen! Deze twee verwensingen betekenen ‘ga weg, bekijk het maar, ik ben je meer dan zat’. Zij drukken ergernis en wrevel uit. Een zegsman uit het West-Vlaamse Koksijde kent een wel heel unieke verwensing: kruip in de chargebuis en lik het zwart a...

2024-04-20
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

kruipen

➝ voortbeweging.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kruipen

v., krûpe; -de dieren, krûpdieren.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruipen

(kroop, heeft en is gekropen), 1. (van mensen) zich op handen en voeten, op de knieën voortbewegen : de kinderen kruipen, voordat ze kunnen gaan; je moogt zo niet op je knieën kruipen; — (van viervoetige dieren) zich met over of dicht langs de grond slepend lichaam voortbewegen, op de buik gaan: de kat sluipt, ja kr...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruipen

kroop, heeft (1, 2, 3), is (1, 2) gekropen; 1. op handen en voeten of knieën met de buik op de grond zich (langzaam) voortbewegen: hij kroop stil naderbij; wormen kruipen; (bij uitbr.) in bed kruipen, naar bed gaan; op een paard kruipen; fig. de uren kropen voorbij, gingen langzaam voorbij; zie bloed, schulp; 2. zich vlak langs de grond enz. v...