kringelen
kringelen - Werkwoord 1. (inerg) zich in cirkels blijven bewegen ♢ De rook kringelde boven de kampvuren omhoog. Woordherkomst van het Middelnederlands cringelen; kan worden opgevat als (freqtt) kringen met het achtervoegsel -el
Wiktionary (2019)
kringelen - Werkwoord 1. (inerg) zich in cirkels blijven bewegen ♢ De rook kringelde boven de kampvuren omhoog. Woordherkomst van het Middelnederlands cringelen; kan worden opgevat als (freqtt) kringen met het achtervoegsel -el
Jan Luitzen (2008)
(onov ww; kringelde; h. gekringeld) GY - met een gestrekt lichaamsdeel kringetjes draaien (cirkelbewegingen maken) met het uiteinde ervan, bv. ter versterking van de buiken beenspieren zittend op de grond de gestrekte benen iets heffen en kringelen met de voeten.
Van Dale Uitgevers (1950)
.(kringelde, heeft gekringeld), 1. tal van kringen vormen, zich herhaaldelijk rondbuigen: de rook kringelde uit de schoorsteen; de rivier kringelt door de vlakte; 2. (gew.) door een menigte mensen heendringen; zich door een nauw gat heenwringen.
Jozef Verschueren (1930)
(‘kringələn) (kringelde, heeft gekringeld) 1. kringen vormen ; de rook kringelde uit de pijp. 2. zich -, zich winden, draaien, kronkelen : de paling kringelt zich in bochten; de rivier kringelt zich door de vlakte.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(kringelde, heeft gekringeld), tal van kringen vormen, zich herhaaldelijk rondbuigen: de rook kringelde uit de schoorsteen.
J.H. van Dale (1898)
Kringelen (kringelde, heeft gekringeld), tal van kringen vormen: de rook kringelde uit den schoorsteen; — de rivier kringelt zich door de vlakte, telkens bochten vormend: — (gew.) door eene menigte menschen zich heendringen; (ook) door een nauw gat zich heenwringen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: