Wat is de betekenis van kreupelhout?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kreupelhout

kreupelhout - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) laag stuikgewas waarbij de takken van de boompjes door elkaar heen groeien Indien u hagen moet scheren, in kreupelhout of aan dakgoten of op een oude zolder moet werken, controleer dan eerst of er geen wespennest in de buurt is. Vermijd de omgeving v...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kreupelhout

kreupelhout - zelfstandig naamwoord uitspraak: kreu-pel-hout 1. lage boompjes met dunne, verwarde takken ♢ de bal was in het kreupelhout gerold Zelfstandig naamwoord: kreu-pel-hout het kreupelhout

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Kreupelhout

is hetzelfde als hakhout.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kreupelhout

s.n., beamkeguod (it), leechhout (it).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kreupelhout

o., laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kreupelhout

o.; laag houtgewas.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kreupelhout

o. laag houtgewas.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kreupelhout

o., laag struikachtig houtgewas met kromme dooreengegroeide stammen en takken.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)