Wat is de betekenis van Krek?

2023-06-03
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

krek

(18e eeuw) (inf.) juist, precies, net. Samentrekking van correct? In Vlaanderen wordt ook 'krak' gehoord. • Wy zeiden, dat is krek onse Man, die kan ons nog al in veel dingen te pas komen... (De politieke kruyer. Volume 1. 1783) • Daar binnen de heeren krek van pas komen, dat vremde gespuus blieft hier maar hangen.(Algemeen letterlievend...

Lees verder

Direct toegang tot alle 15 resultaten over Krek?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-03
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

krèk

(bw) precies, net BM, EK, HP, LC, TM.

2023-06-03
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Krek

Zaans woord voor krukas in houtzaagmolens.

2023-06-03
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Krek

[verbastering van Fr. correct = nauwkeurig, juist; zie verder correct] (volkst.) juist, precies (bijv.: wij hebben thuis-zo'n tafel; krek als je zegt); net, even (bijv.: ik heb krek gegeten, ik heb zonet, zoëven gegeten).

2023-06-03
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

KREK

Brabants dialect voor: zojuist; ook: sjuust. Dat heb ik krek gedaan.

2023-06-03
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Krek

In de uitspraak worden toonloze klinkers vaak veronachtzaamd. Ons woord kleur komt van koleur (Frans couleur), kraf van karaf, krant van courant, kraal van koraal en ons in gemeenzame taal gebezigde krek is het Franse correct. Vroeger noemde men een vrouw die op haar zaken paste, een krek wijf. Thans bezigt men het alleen als bijwoord in de beteken...

Lees verder
2023-06-03
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krek

(<Fr. correct), bw., (gemeenz.) precies, juist, net, even : hij is krek zo groot als ik ; dat is krek (net) eender ; dat komt krek van pas ; krek zo !

2023-06-03
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

krek

bw. gmz. (Fr. correct, Lat. correctus): precies, juist, net: krek elf uur; krek zo!

2023-06-03
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

krek

juist, precies.

2023-06-03
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krek

bw. [→ korrekt] Gemz. nauwkeurig, juist, precies, net :’t is halfzeven; nu tien jaar geleden; zo lang; alsof ...; dat is eender, juist hetzelfde.

2023-06-03
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

krek

[→Fr. correct], bw., (gemeenz.) precies, juist, net, even: dat is — (net) eender; dat komt — van pas.

2023-06-03
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

krek

krek - (voor: correct), juist, precies, nauwkeurig.

2023-06-03
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Krek

juist, net.

2023-06-03
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krek

Krek bw. (gemeenz.) (samentrekking van het Fransche correct), precies, juist, net, even; hij is krek zoo groot als ik; dat is krek eender, juist hetzelfde; dat komt krek van pas.

2023-06-03
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Krek

Krek, *-T, bijw. (zamentrekking van het woord correct), precies, juist, net, even; hij is - zoo groot als ik; dat komt - van pas.

Lees verder