Wat is de betekenis van Krankheid?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krankheid

v. (...heden), 1. zwakheid; 2. ziekte, ongesteldheid; kwaal.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

krankheid

v. -heden; ziekte; kwaal.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krankheid

('krankheit) v. (...heden) Verh. ongesteldheid. ziekte.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krankheid

Krankheid v. (...heden), KRANKTE, v. ziekte, ongesteldheid; kwaal.