Wat is de betekenis van krachteloos?

krachteloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder kracht 2. zonder uitwerking 3. ongeldig Woordherkomst afgeleid van kracht met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e- Verwante begrippen besluiteloos, tenger, zwak, krachteloosheid, besluiteloosheid, karakterzwak, tengerheid, zwakheid

adj., machteleas, slop; — worden (van vloeistoffen), forslaen.

bn. (...lozer, -t), 1. zonder kracht (physiek of moreel), zwak: krachteloos op het ziekbed liggen ; een krachteloze grijsaard ; met krachteloze stem ; 2.zonder uitwerking ; 3. zonder vermogen om gevolgen in het leven te roepen, niet geldig : die bepaling is onwettig en bijgevolg krachteloos.

bn.; krachtelozer, -t; zonder kracht: een krachteloze grijsaard, een krachteloos geneesmiddel; de krachteloze ouderdom, zwak; krachteloos maken.

('krachtəlo:s) bn. en bw. (...lozer, -t) zonder kracht : een kind, gestel, middel; ...loze ouderdom; zich gevoelen; een beslissing maken. Syn. zwak. Tgst. → krachtig.

bn. (-lozer, -t), 1. zonder kracht (fysiek of moreel), zwak: op het ziekbed liggen; met krachteloze stem; 2. zonder uitwerking; 3. niet geldig: die bepaling is onwettig en bijgevolg —.

...

Krachteloos bn. (...loozer, -t), zonder kracht, zwak: krachteloos op het ziekbed liggen; — een krachtelooze grijsaard; met krachtelooze stem; — zonder uitwerking of gevolg; niet geldig: die bepaling is onwettig en bijgevolg krachteloos. KRACHTELOOSHEID, v. gebrek aan kracht, zwakheid; verslapping; (fig.) niet-geldigheid.

zie Zwak.