kouten
keuvelen. informeel en gezellig praten; keuvelen; babbelen. Voorbeelden: 's Avonds kwamen de volwassenen daar kouten en luisteren naar die fascinerende spookgestalte bij de blaasbalg en het vuur, het aambeeld en het koelbad. Robin Hannelore, Memoires van een kerkuil, 1979