kosterij
kosterij - Zelfstandignaamwoord 1. woning waarin de koster van een kerk woont ♢ Het onweerde en een sluierdichte plasregen sloeg en beukte op het kerklichaam. Hij hoorde het geruis, dat razendsnel aanzwol. Verticale rivieren stroomden langs de muren, verzamelden zich in goten en raasden verder de diepte in. D...