Wat is de betekenis van Kost?

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Kost

Verkorting van Christiaan of Constantinus. Vgl. Constantinus dictus Kostken, Schijndel 1442.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kost

kost - Zelfstandignaamwoord 1. de prijs: de kost gaat de baat vooruit 2. (voeding) voeding: de kost verdienen kost - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van kosten 2. gebiedenwijs van kosten Verwante begrippen [2] levensmiddel, voeder, voedingsmiddel, voedsel, voer, onkosten

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kost

kost - zelfstandig naamwoord 1. wat je bij de maaltijd tot je neemt ♢ boerenkool is stevige kost 1. kost en inwoning [eten en slapen] 2. beter de buik gebarsten dan de kost bedo...

2024-04-19
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kost

kosten Bij datacenters blijft koeling de voornaamste kostprijs, of beter gezegd: hoe minder je mechanisch moet koelen, hoe lager de stroomfactuur en dus de operationele kost. (Data News Nederlands) Het enkelvoud 'kost' in deze betekenis komt vooral voor in samenstellingen in ambtelijke taal: de meerkost, de loonkost. Geen...

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kost

(de) - de kost van iets, de kosten van iets zie inwoon, loonkost. - kost wat kost, (het) koste wat het kost, het koste wat het wil.

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kost

In Vl.-België nog vaak in ’t enk., ter aand. van wat voor iem. of iets betaald wordt of moet worden; in de standaardt. thans alleen in ’t mv. (behalve in verb. met ten en in enkele zegsw.): kosten; ook: onkosten, uitgaven; kostprijs. Voor de goede werking van een kartel zijn er nog enkele bijkomende voorwaarden. Zo mag de ko...

2024-04-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Kost

m Verkorting van Christiaan of Constantinus. Vgl. Constantinus dictus Kostken, Schijndel 1442.

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kost

: (de) gele kost, bijnaam voor een Eertijds bestaand jongensinternaat van de Hernhutters (zie E.B.G.). Mijn vader behoorde tot een bijzonder slag Negers. De door de Duitsers opgevoede volksjongens. Gele kost.\ Zo noemde men het internaat. Het waren Negërs, maar ‘fijne Negers’ (Dobru 1969:15).-Etym.: ‘Geel’ heeft betr. o...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kost

s., kost; bij iem. in de — zijn, by immen thúslizze, yn ’e kost lizze; ergens in de — gaan, jin by immen yn ’e kost bistelle; iem. op de — hebben voor het middagmaal, immen op it miel hawwe; een goede — hebben, it goed fan iten en drinken hawwe; de — gaat voor de...