Wat is de betekenis van kortzichtig?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kortzichtig

kortzichtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. de gevolgen van iets niet voorziend Die kortzichtige jongeman heeft niet goed nagedacht. Woordherkomst afgeleid van kortzicht met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen bijziend

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kortzichtig

kortzichtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: kort-zich-tig 1. met weinig ruimte voor mensen die anders denken ♢ het is erg kortzichtig van je vader om alle make-up te verbieden Bijvoeglijk naamwoord: kort-zich-tig ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kortzichtig

adj., koartsichtich, dûs.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kortzichtig

bn. bw. (-er, -st), 1. bijziende; 2.(fig.) zonder doorzicht, de toekomst, de gevolgen van iets niet voorziend : hoe kortzichtig van hem om niet te begrijpen, dat het hierop moest uitlopen ; kortzichtig handelen, oordelen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kortzichtig

bn.; bijziende, myoop: fig. dom, zonder doorzicht; germ.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kortzichtig

(kort'sichtəch) bn. en bw. (–er, –st) 1. bijziend, myoop. Syn. →: bijziend. 2. dom, zonder doorzicht : te – om zo iets te begrijpen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kortzichtig

bn. en bw. (-er, -st), 1. bijziende; 2. (fig.) zonder doorzicht, de toekomst, de gevolgen van iets niet voorziend: hoe — van hem om niet te begrijpen, dat het hierop moest uitlopen; — handelen, oordelen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)