Wat is de betekenis van kortelings?

kortelings - Bijwoord 1. onlangs, kort geleden 2. (België) binnenkort, spoedig [http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1765/kortelings_binnenkort/ taalunie]) Woordherkomst afgeleid van kort met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e-

binnenkort Het boek volgt, personaal, een schrijver die zich voor enige tijd in Venetië heeft teruggetrokken, om daar te werken aan de biografie van een oudere vriend en collega, die kortelings gestorven is. (Jacques Kruithof, Hoe ik om het leven kwam) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 3

(bw.) binnenkort, weldra, spoedig. onlangs. Moody's, een kredietbeoordeelaar, liet zich kortelings iets positiever uit over de markt van de bedrijfsobligaties. - DM, 08-10-2002.

In Vl.-België ook in toep. op een gebeuren in de naaste toekomst: binnenkort, spoedig; weldra, eerlang. Ge zijt jong en het hele leven ligt nog voor u. Die verloren weken zullen uzelf kortelings nog slechts een boze droom schijnen, BIJDEKERKE 1948, 195. Het al te langdurig verblijf van de jonge Bruin bij de Ardense kwekers, baart zorgen, die...

adv., koarts, koartdeis.

bw., 1. sedert kort, onlangs; 2. (Zuidn.) binnenkort, dezer dagen.

bw.; onlangs: ik heb hem kortelings nog gezien, dezer dagen.

bw. sedert kort, onlangs: ik heb hem nog gesproken.

bw., sinds kort, onlangs; (gew.) binnenkort, eerlang.