Wat is de betekenis van Korf?

korf - Zelfstandignaamwoord 1. een mand van vlechtwerk ♢ Tegenwoordig is de korf van het korfbalspel van plastic. korf - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van kerven ♢Ik korf ♢Jij korf ...

Korf - de korf krijgen: zakken bij een examen. Ontleend aan de volkstaal. Van Ginneken meldt nog hij heeft een korf van 3, 6 of 9 maanden: hij is bij het examen afgewezen en mag over 3, 6 of 9 maanden terugkomen. De uitdrukking is wellicht zeer oud. In de 17de en 18de eeuw zond een meisje aan een vrijer die haar niet beviel een bodemloze korf (Stoe...

korf - zelfstandig naamwoord 1. bak van gevlochten riet of draad ♢ de bijen verzamelen honing in een korf 2. ronde mand zonder bodem, bovenaan een paal ♢ bij korfbal moet je de bal in de korf proberen te gooi...

Beroepsnaam voor de korf- of korvenmaker, de vervaardiger van korven en manden.

zie pad

De vol-geestige Werken van S. van Rusting [1712] bevatten de bastaardvloek bij gans korven. In korven mag men een verbastering zien van kruis, dat op enig moment door kruik is vervangen en daarmee de weg effende voor allerlei andere gebruiksvoorwerpen. Als men deze geestelijke lenigheid afwijst, kan men altijd nog...

korf - Manden van verschillende vormen en maten in gebieden. Meestal groot en rond, om diverse producten als graan of kolen te vervoeren of te wegen. Vaak als meeteenheid gebruikt.

(Fr.: corbeille), ornament bestaande uit een hoge of brede, soms trechtervormige, gevlochten mand gevuld met vruchten, bloemen en bladeren. Het komt voor in reliëf, geschilderd, als textielpatroon en in houtinlegpanelen in vele interieurs, vooral tijdens het Louis XVI. De in keramiek of zilver nagemaakle gevlochten korf was gebruikelijk als ta...

korwe, gemaakte huisvesting vir heuningbye; mandjie.