Wat is de betekenis van koppigheid?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koppigheid

koppigheid - Zelfstandignaamwoord 1. de mate van koppigheid Het meisje deed al die vervelende dingen alleen maar uit koppigheid. 2. zaken die gedaan worden door een koppig iemand Het veel te laat thuiskomen was een van zijn koppigheden. Woo...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

koppigheid

koppigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: kop-pig-heid 1. het vasthouden aan wat je eerder gezegd hebt ♢ een vervelende karaktertrek van Rein is zijn koppigheid Zelfstandig naamwoord: kop-pig-heid de koppigheid...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koppigheid

s., koppigens, dou-, dôfhûdigens; iets doen in —, eat dwaen mei de stive holle, kop.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koppigheid

v., hoofdigheid, stijfhoofdigheid.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Koppigheid

Koppigheid is formeel verzet tegen den wil van den opvoeder. Daardoor zoekt de koppige zichzelf te handhaven en eigen wil door te zetten. Er is een element van moed en durf in, dat tot de opvoeding tot zelfstandigheid benut moet worden. Dikwijls komt k. voort uit een te moeilijke opdracht, ververmoeidheid, nervositeit, minderwaardigheidsgevoel. De...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

koppigheid

v, stijfhoofdigheid. (e) De koppigheidsfase van het jonge kind valt ca. het derde jaar. De koppigheid staat dan in het teken van een positieve ontwikkeling, nl. de vorming van het eigen ‘ik’. Door ‘nee’ te zeggen stelt het kind zich bewust tegenover anderen en verwerft zich een eerste onafhankelijkheid. Het is pedagogisch zi...