koppelwerkwoord
koppelwerkwoord - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp ♢ Jan is ziek. ♢ Jan lijkt ziek. Woordherkomst samenstelling van koppel(werkwoord) en werkwoord Synoniemen copula
Wiktionary (2019)
koppelwerkwoord - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp ♢ Jan is ziek. ♢ Jan lijkt ziek. Woordherkomst samenstelling van koppel(werkwoord) en werkwoord Synoniemen copula
Taaladvies (2017)
Een koppelwerkwoord vormt in combinatie met een naamwoordelijk deel een naamwoordelijk gezegde. Als koppelwerkwoorden komen vooral zijn, worden en blijven voor; daarnaast worden de werkwoorden blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen ook als koppelwerkwoorden gebruikt. Alle koppelwerkwoorden kunnen overigens ook worden gebruikt in een...
Muiswerk Educatief (2017)
koppelwerkwoord - zelfstandig naamwoord uitspraak: kop-pel-werk-woord 1. werkwoord dat samen met een of meer naamwoorden het gezegde vormt ♢ in de zin 'hij wordt dokter' is 'wordt' een koppelwerkwoord Zelfstandig naamwoord: kop-pel-werk-wo...
NN (2000)
Een koppelwerkwoord vormt in combinatie met een naamwoordelijk deel een naamwoordelijk gezegde. Als koppelwerkwoorden komen vooral zijn, worden en blijven voor; daarnaast worden de werkwoorden blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen ook als koppelwerkwoorden gebruikt. Alle koppelwerkwoorden kunnen overigens ook worden gebruikt in een...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), (taalk.) werkwoord dat met een naamwoord samen het gezegde vormt, inz. dat een zijn of worden uitdrukt.
M. J. Koenen's (1937)
o. -en; werkw., dat onderwerp en praedicaat verbindt of koppelt, b.v. het w.w. zijn.
Jozef Verschueren (1930)
o. (-en) werkwoord dat onderwerp en predikaat koppelt, verbindt: het werkwoord „zijn" in „God is groot" is een -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (en), ww. dat met een naamwoord samen het gezegde vormt, m.n. dat een zijn of worden uitdrukt. (e) In het Ned. worden de werkwoorden: zijn, worden, blijven, schijnen, lijken, blijken, heten, dunken en voorkomen als koppelwerkwoorden beschouwd. → verbum.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: