Wat is de betekenis van kopen?

2025-07-13
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kopen

(kocht, heeft gekocht), 1. zich door koop verschaffen, zich in eigendom verwerven door de daarvoor gevraagde of geboden prijs te betalen: huizen, laiulcrijen enz. kopen; wat heb je gekocht voor dat geld? vaak absol.: kopen en verkopen; van, bij iem. kopen; ik koop daar nooit; — iets duur, goedkoop, voor een spotprijs kopen ; &m...

2025-07-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kopen

kopen - Werkwoord 1. (ov) in ruil voor geld iets in bezit krijgen kopen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koop Synoniemen aanschaffen, overnemen

2025-07-13
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kopen

kopen - onregelmatig werkwoord uitspraak: ko-pen 1. het krijgen in ruil voor geld ♢ ik koop een nieuwe jas 1. dat huis is te koop [je kunt het kopen] 2. wat koop i...

2025-07-13
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kopen

In het zuiden van het land gebruikte term voor aftroeven. Waarschijnlijk afgeleid van het Franse ‘couper’.

2025-07-13
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

kopen

Misschien kopen we nog een kindje (normale uitdrukking voor ‘we denken aan...’).

2025-07-13
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kopen

(kocht, gekocht) troeven in het kaartspel - kopen aan een prijs, kopen voor een bepaalde prijs - een kind(je) kopen, een kind(je) krijgen Mijn moeder moest een kind kopen. Haar tweede, maar ook al haar laatste. - DM, 04-05-2002.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-13
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Kopen

Het kopen wijst op de wens, om iets aan te schaffen, wat men nog niet bezit. Het kan ook een grotere stabiliteit betekenen, waaraan het ons tot nu toe ontbrak. Dingen die we onbewust missen, kunnen we aan andere symbolen van de droom aflezen. (Zie ook ‘Boodschappen doen’, ‘Winkel’).