Wat is de betekenis van koop?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

koop

financiële transactie; aanschaf. transactie waarbij iemand voor een bedrag een bepaald goed of een bepaalde dienst verkrijgt; financiële transactie vanuit het perspectief van de koper; aanschaf; aankoop. Voorbeelden: Toen ik de motoren 10 jaar geleden kocht, waren er twee gebruikt en één was er nieuw. Met de t...

2024-04-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Koop

Zie Jacob

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koop

koop - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) een handeling waarbij men iets in ruil krijgt voor geld koop - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kopen ♢ Ik koop 2. gebiedende wijs van kopen koop! 3. (bij inversie) tweede perso...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

koop

koop - zelfstandig naamwoord 1. het kopen van iets ♢ na lang aarzelen is de koop toch gesloten 1. het op de koop toe nemen [iets vervelends erbij nemen] 2. het staat te koop...

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

koop

- iets te koop hebben, iets in overvloed bezitten. - ze heeft gezondheid te koop, ze is kerngezond. Als we horen dat hij slechts eenmaal per jaar naar de veearts trekt voor een algemeen onderzoek dan weten we dat zijn duiven gezondheid te koop hebben. - GvA, 26-09-2002. - iets te koop stellen, iets te koop zetten, aanbieden...

2024-04-24
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

KOOP

(klantenorderontkoppelpunt) Omslagpunt in het productieproces/de goederenstroom van een producent. Vóór dit punt hebben specifieke orders van klanten geen invloed op de goederenstroom of de productie/manier van werken, na dit punt is dit wel het geval. Het ene uiterste is als het ontkoppelpunt bij de leverancier van een producent ligt...

2024-04-24
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

koop

verreweg meest voorkomende vorm van verwerving, waarbij de bibliotheek tegen betaling boeken en andere documenten in eigendom verkrijgt. - aankoop.

2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

koop

In enkele verb. die in de standaardt. niet voorkomen: voor de goede(n) koop, voor de goedkoopte; - iets te koop hebben, in overvloed bezitten: hij heeft gezondheid te koop; - iets te koop stellen, te koop aanbieden, zetten (gall., naar fr. mettre en vente); - (zegw.) goesting is koop, ieder zijn meug. Vele leraars...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Koop

m -> Jacob (Fri., Gron. en Dr.).