kont
1) (1741) (conte) (inf.) achterste, zitvlak. Tot aan het begin van de 20e eeuw betekende het woord ook nog 'vagina'. • Kont, v., meerv. konten. Het achterste, de aars. In veler oorden is dit een zeer vuil woord. (Petrus Weiland: Groot nederduitsch taalkundig woordenboek. 1859) • En als de Radetzkymars over de radio kwam zong hij het mee...