Wat is de betekenis van Kombuisdeur?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kombuisdeur

KOMBUISDEUR, v. (-en), (Z. A.) keukendeur; ...HOLLANDSCH, o. (Z. A.) Kaapsch Hollandsch; ...JONGEN, m. (-s), koksjongen aan boord; ...KACHEL, v. (-s), (Z. A.) keukenkachel; ...KETTING, m. (-en), ketting waaraan aan boord de kookpot hangt; ...MEID, v. (-en), (Z. A.) keukenmeid; enz.

Gerelateerde zoekopdrachten