komaf
komaf - Zelfstandignaamwoord 1. afkomst ♢ Op tv is een rapper van Marokkaanse komaf. ♢ De prins gaat trouwen met een vrouw van burgerlijke komaf.
Nederlandstalige WikiWoordenboek
komaf - Zelfstandignaamwoord 1. afkomst ♢ Op tv is een rapper van Marokkaanse komaf. ♢ De prins gaat trouwen met een vrouw van burgerlijke komaf.
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
m., 1. (gemeenz.) afkomst: hij meent van heel hoge te zijn; 2. (gew.) — maken, opschieten, voortmaken.
Nederlands woordenboek (7e druk)
v., 1. (gew., gemeenz., iron.) afkomst: hij meent van heel hoge komaf te wezen; 2. (gew., vooral Zuidn.) liet afkomen, loskomen van, einde (met gedachte aan liet resultaat): daar is geen komaf aan; hij maakt geen komaf, zijn werk komt niet klaar.
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) door F.A. Stoett
Dat is afkomst. In de 18de eeuw voorkomend bij Wolff en Deken in Willem Leevend I, 257: Omdat je nu van wat hooger komaf bent en in een dubbeld huis op de Heerengragt woont, beelt gy UE. magtig wat in. Zie verder Kalv. II, 40: De minne kom-af was er toch weer uitgekomen; [I]B.B.[/I] 18: Zijn vrouw was eigenlijk van een hooge kom-af; ...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
KOMAF, o. afkomst: hij meent van een heel hoog komaf te wezen; — het afkomen, einde daar is geen komaf aan; hij maakt geen komaf, vordert niet, begint er niet aan.
Gerelateerde zoekopdrachten