Kom ik van dage niet, zo kom ik morgen
Dit zegt men van loome traagaards en sleeplendens, met welke het altyd noch vroeg genoeg is, en die als de ezels niet uit hunnen tred gaan. Zy galopperen, en spoeden voort, als een luis op een beteerde huik. Zo komen zy achter aan, als het scheepje met de schollen. De ouden zeiden: Hy komt als Kop met zyn schollen. Dit zal uit een oude, en nu onb...