Wat is de betekenis van Kokos?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kokos

Het begrip kokos heeft 4 verschillende betekenissen: 1) wit vruchtvlees van de kokosnoot. wit vruchtvlees van de kokosnoot, hetzij vers, hetzij in gedroogde en geraspte vorm of verwerkt in producten als kokosmelk, kokosbrood of kokosvulling; kokosvlees. 2) kokosvezel. vezelmateriaal dat verkregen wordt van de bolsters van kokosnoten;...

2024-04-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Kokos

Kokos is het vruchtvlees uit de kokosnoot, een steenvrucht die groeit aan de kokospalm. In tegenstelling tot fruitsoorten is het vruchtvlees niet vlezig, maar vezelig. Deze steenvrucht is erg veelzijdig, zo kan van het vruchtvlees kokosolie en kokosmelk worden gemaakt maar kan het ook direct gegeten worden. De kokosnoten die in de winkel liggen zie...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kokos

kokos - Zelfstandignaamwoord 1. (stofnaam) de eetbare substantie in het binnenste deel van de kokosnoot Misschien is het wel lekker om hier wat kokos door te doen.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kokos

kokos - zelfstandig naamwoord uitspraak: ko-kos 1. vezels van de buitenkant van de kokosnoot ♢ we hadden vroeger een kokosmat in de huiskamer 2. gemalen vlees van de kokosnoot ♢ mijn moeder bakt...

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kokos

kokos.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kokos

thans buiten samenst. alleen als verkorting gebezigd (en dan o.), nl. van kokosvezel(stof) en van kokosnoten(vlees): dat (die mat b.v.) is kokos; houd-je van kokos?

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Kokos

vezelmateriaal, bereid uit de bolsters van de kokospalmvruchten; de lange vezels worden gebruikt voor de vervaardiging van garens en borstels, de korte als opvulmateriaal.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kokos

('ko:kos) o. [Sp. Port. coco, noteschelp] kokosnoot; wordt, behalve in samenstellingen, alleen als verkorting gebezigd nl. van 1. kokos(notenvlees): houd je van -? 2. kokosvezel(stof): die mat is -.