Koen
Eenstammige verkorting van Germaanse namen met koen- 'bekwaam, koen, dapper', voornamelijk van Koenraad (zie ook koen-).
Meertens Instituut (2020)
Eenstammige verkorting van Germaanse namen met koen- 'bekwaam, koen, dapper', voornamelijk van Koenraad (zie ook koen-).
Pieter Scheen (1980)
Hendrik Frederik; geb. Amsterdam 2 augustus 1828, overl. Bloemendaal 11 juli 1914. Werkzaam in Amsterdam; vervaardigde houtsneden.Scheen 1946 en 1969; Waller.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. stout, onversaagd, dapper: een koene held; koene daden; 2. moedig om te wagen, ondernemend: koene schippers, ruiters; — blijk gevend van die gezindheid; een koen besluit; — vermetel: een koene sprong; 3. (w. g.) vrijmoedig, boud: hij spreekt koen.
Jozef Verschueren (1930)
I. bn. en bw. (-er, -st) het gevaar het hoofd wetende te bieden: een ridder; een besluit; - strijden. Syn. ➝ dapper. II. Koen m. (-en; -tje) ➝ Conradus.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (er, st), 1. stout, onversaagd, dapper: een koene held; koene daden; 2. moedig om te wagen, ondernemend: koene schippers, ruiters; blijk gevend van die gezindheid: een besluit; vermetel: een koene sprong.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: