Wat is de betekenis van koelhuis?

2025-01-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koelhuis

koelhuis - Zelfstandignaamwoord 1. (bedrijf) een gebouw waarin men bederfelijke waar door koeling langer goed kan houden „Gino is zo’n jongen die is geboren met diesel in het bloed”, zegt baas Van Opzeeland. Gino’s vader werkt bij hetzelfde bedrijf en werkte er al toen Kivits nog met acht vrachtwagens door...

2025-01-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koelhuis

s.n., kuolhús (it).

2025-01-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koelhuis

o. (...huizen), 1. fris gelegen huis, schuur, vertrek waarin vloeistoffen (b.v. melk) worden geplaatst om die koel te houden; 2. inrichting die ruimten bevat waarin de temperatuur beneden het vriespunt gehouden wordt om levensmiddelen enz. daarin bederfvrij te kunnen bewaren.

2025-01-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koelhuis

o. -huizen (inrichting, vertrek, huis enz. waarin vloeistoffen enz. worden koel gehouden): in een koelhuis zijn vriesruimten v. min 9° tot 10° C.

2025-01-22
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Koelhuis

gebouw met op lage temperatuur gehouden koelkamers, waarin levensmiddelen, bont, enz., worden bewaard; daarnevens vrieskamers, waarin de temperatuur onder 0 biijft, v. vlecsch visch en fruit. Op speciale schepen heeft men koelruimen voor dit doel, en o/d spoorwegen koelwagens.

2025-01-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

koelhuis

o. (huizen), inrichting die een of meer ruimten bevat waarin kunstmatig een lage temperatuur wordt onderhouden. (e) In een koelhuis kiest men voor de opslag van groenten en fruit temperaturen van 1 °C12 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 8095 %. Om dit sterk van de buitenlucht afwijkende klimaat te handhaven, worden de wanden geï...

2025-01-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Koelhuis

o. (.. huizen), huis, schuur, vertrek waarin vloeistoffen (b. v. melk) worden geplaatst om die koel te houden.