knorren
1) (1972) (inf.) slapen. Syn.: op de lijn ab* gaan liggen; naar het wit bal* gaan; z'n eige van binnen* bekijken; de binnenkant* van zijn oogleden bestuderen; naar Bovekerke* gaan; brenzen*; bronzen*; crashen*; dolmen*; dormen*; golemen*; horizontaal* gaan; ibo'en*; achter Kaap* Kont liggen; keveren*; knoeren*; naar Kooigem* gaan; luimen*; marmott...