knop
1) (1964) (inf.) (meestal meerv.) tepels. In Den Haag ook gebruikt voor borsten (zie Michel Elias: Haags. Taal in stad en land. 2002). In het Am.-Eng. slang: buds. • Ze had ’n laaguitgesneden jurk aan, en haar borsten puilden er haast uit, als ze zich bukte en je keek in haar jurk dan zag je een stukje van d’r donkerbruine knoppen...