Wat is de betekenis van knoeier?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

knoeier

Het begrip knoeier heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die knoeiwerk maakt. iemand die door onbekwaamheid knoeiwerk maakt; prutser. 2) fraudeur. iemand die fraude pleegt; fraudeur.

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knoeier

knoeier - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die slecht werk aflevert Van Straaten vond zelf dat hij niet erg goed tekenen kon. Een ‘kleine knoeier’ noemde hij zichzelf weleens. Hij bewonderde zijn oudere broer, illustrator Gerard van Straaten, „die alles tekenen kon”. Als artistieke voorbeelden noemde V...

2024-04-20
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

knoeier

Zwakke speler. Zie ook: breier

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

knoeier

iem. wat knoei: bedrieër, listige plannemaker.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Knoeier

s.; (morser), griemer; (in het werk), knoffelder, kneukelhouwer, knoffelhakke.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knoeier

m. (-s).

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knoeier

m. -s.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knoeier

m. (s), iemand die knoeit.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knoeier

m. (-s), KNOEISTER, v. (-s), die knoeit (in alle beteekenissen).