Wat is de betekenis van Knip?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

knip

1) (19e eeuw, vero.) (Barg.) prostituée. Volgens het WNT mogelijk ontleend aan of samenhangend met het reeds omstreeks 1500 voorkomende fr. guenipe, slet, lichte vrouw. • Zoo haest deze uwe snipste knulle, die alle zyne poen met loense griezen en knippen verslend had, terug gespoord is, hebt gy uwe hanste moris mooi gestipt.(Jan Frans W...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knip

knip - Zelfstandignaamwoord 1. portemonnee Joviaal trok hij de knip en betaalde de rekening. 2. schuifsluiting op een deur De dieven kwamen binnen door via de brievenbus de knip van de deur te halen. knip - Werkwoord 1. eerste pe...

2024-04-19
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Knip

Knip - huis van lichte zeden. Betekent eig. onaanzienlijk huis. Een stille knip is sedert de 17de eeuw de term voor een clandestien bordeel. at doen ze allemaal hier. Die ouwe pooier in die zogenaamde sigarenwinkel ook. Want t is een stille knip, dat zaakje. - Simon Carmiggelt, Gewoon maar doorgaan (1971) ​

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knip

knip - zelfstandig naamwoord 1. waar je je geld in bewaart ♢ heb jij nog wat in je knip? 1. de hand op de knip houden [niet te veel geld uitgeven] Algemene uitdrukkingen: ...

2024-04-19
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Knip

Vermoedelijk is deze naam gebaseerd op een verband met het werkwoord knippen. In het WFB wordt de naam verklaard als een (beroeps)bijnaam voor iemand die knipt, met een knipschaar werkt, of met een kniptang. Er zou ook een verband kunnen worden gezocht met een toponiem; vormen als Van der Knip of Van de Knijp e.d. komen echter niet voor. Met de sta...

2024-04-19
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

knip

(zn) bouwvallig huisje LC, BM, EK.

2024-04-19
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Knip

Zie Courcelles, A. P. J. Rifer de.

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

knip

knip - bordeel; eig. ‘onaanzienlijke woning’ (vgl. kast). De knipjes en kamerkrotjes, de danshuizen en dievenkroegjes (in de Zandstraat te Rotterdam), BRLSSE in R. Cour. v. 2 Jan. 1912, Ochtendbl.Ze gaan de Zandstraat netjes maken ’t Word 'n kermenadebuurt. De huisies en de stille knippies Die zijn al an de Raad verhuurd, SPE...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Knip

(beugel), metalen sluiting van een beurs of tas. In de I5de en de 16de eeuw meestal van gesmeed ijzer, fijn bewerkt en versierd met gotische motieven; in de renaissance ook van brons; in de 18de en 19de eeuw soms van zilver of goud. Is gewoonlijk rijk versierd.