Wat is de betekenis van Knijp?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

knijp

Het begrip knijp heeft 6 verschillende betekenissen: 1) in angst. in angst. Aangetroffen in de onderstaande verbinding. 2) in moeilijkheden. in moeilijkheden. Aangetroffen in de onderstaande verbindingen. 3) tekort. tekort. Aangetroffen in de onderstaande verbinding. 4) gevangen. gevangen. Aang...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knijp

knijp - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen ♢ Ik knijp 2. gebiedende wijs van knijpen knijp! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen knijp je? knijp...

2024-04-20
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Knijp

Knijp - (mar.) provoostcel. Iemand in de knijp roeien: de bak indraaien. . . . daar werd ie van de pot gerukt en door de klep meteen in de knijp geroeid. - Jan Cremer, De Hunnen II (1984) ​

2024-04-20
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Knijp

1. in de - roeien, marineslang voor ‘in de provoostcel gooien’. ... daar werd ie van de pot gerukt en door de klep meteen in de knijp geroeid. (Jan Cremer: De Hunnen. Deel II, Bevrijding, 1984) 2. in zijn -(ert) zitten, angst hebben, vooral wanneer men iets gedaan heeft dat niet mag, bijv. een overtreding begaan. Slanguitdr. Met knij- pert wordt n...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knijp

I. v., 1. knijping, engte; in de knijp zijn, zitten, in de knel, (fig.) in verlegenheid; 2. (gew.) kunstmatige vernauwing van een waterloop ; 3. (gew.) knip ; — beugel; II. als praedicaatsw. : knijp raken, zitten, beklemd ; (Ind.) gevangen. III. (<Hd.), v. (-en), kroeg: in de knijp zitten.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knijp

I. v. (engte: knel): zegsw. in de knijp zitten of zijn, verlegenheid; II. v. -en (Duits; Kneipe; bierhuis): in de knijp zitten, in ’t bierhuis zitten.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knijp

I. v. (-en) 1. knijping, engte. 2. verlegenheid : in de zijn, zitten. II. v. (-en) [Dui. Eneipe] bierhuis '.in dezitten.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knijp

I. v./m., 1. knijping, engte; in de zitten, in de knel, (fig.) in verlegenheid; beugel; 2. (druk kerij) de rand van een vel papier benodigd om het vel vast te grijpen op de offsetvellenpers; de voor aanleg van het vel (bij hoogdruk, beide betekenis sen: →aanslag); II. als predikaatsw.: — raken, zitten, beklemd; (zegsw.) dat is de &mda...