knielen
knielen - Werkwoord 1. op de knieën gaan ♢ Zij knielden tijdens de communie.
Muiswerk Educatief (2017)
knielen - regelmatig werkwoord uitspraak: knie-len 1. je op je knieën laten zakken ♢ vroeger moest je knielen in de kerk Regelmatig werkwoord: knie-len ik kniel jij/u knielt ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(knielde, heeft en is geknield), de knieën buigen, zich op een knie of op de knieën neerlaten, op de-knieën vallen, of gevallen zijn, inz. als uiting van eerbied, ootmoed, onderwerping, en als bidhouding: voor God knielen; geknield liggen; — een knielende houding, waarbij men knielt; — om voor te k...
M. J. Koenen's (1937)
knielde, h. en i. geknield (de knieën buigen; op de knieën vallen [ook; liggen]): de kamelen knielen om beladen te worden; voor God knielen; in knielende houding; knielend vergiffenis vragen.
Jozef Verschueren (1930)
('kni:lən) (knielde, heeft en is geknield) de knieën buigen ; voor God -.geknield liggen; in -de houding. →: kalf.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(knielde, heeft en is geknield), (onoverg.) de knieën buigen, op een knie of op de knieën vallen of gevallen zijn, m.n. als uiting van eerbied, oot moed, onderwerping, en als bidhouding: voor God —; geknield liggen; om voor te —, aanbiddelijk; (oneig.) bukken, zich onderwerpen; (van dieren) de voorpoten buigen zodat het lichaa...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: